Chondrodysplasie

Skeletdysplasieën zijn ziekten die de botten en het kraakbeen aantasten, waaronder chondrodysplasie, wat resulteert in een abnormaal korte gestalte.

Symptomen

Aangetaste honden hebben vaak gekromde voorpoten, handwortelvalgus of buitenwaartse afwijking van de handen, verkorting van de wervellichamen, vertraagde verbening van de handwortelbeentjes en verbreding van de middenhandsbeentjes. De bekken- en dijspieren zijn onderontwikkeld en er kan heupdysplasie optreden.

Beheer van ziekten

Als je hond symptomen vertoont, zoals korte ledematen of een onevenredige groei, moet je naar je dierenarts gaan voor evaluatie.

Genetische basis

Deze ziekte erft autosomaal recessief over. Autosomaal recessief overerven betekent dat de hond, ongeacht het geslacht, twee kopieën van de mutatie of pathogene variant moet krijgen om risico te lopen op het ontwikkelen van de ziekte. Beide ouders van een hond met de ziekte moeten ten minste één kopie van de mutatie dragen. Dieren die slechts één kopie van de mutatie dragen, lopen geen verhoogd risico op het ontwikkelen van de ziekte, maar kunnen de mutatie doorgeven aan toekomstige generaties. Fokken tussen honden die drager zijn van een genetische variant die ziekte kan veroorzaken, zelfs als ze geen symptomen vertonen, wordt afgeraden.

Technisch verslag

Chondrodysplasie tast endochondrale ossificatie aan, het proces van botweefselvorming in de epifysaire platen. Deze platen zijn groeizones in lange botten en bestaan uit kraakbeenweefsel. Veranderingen in genen die betrokken zijn bij botontwikkeling, zoals genen die betrokken zijn bij de productie van extracellulaire matrixcomponenten en genen die de groei reguleren, zijn bijzonder belangrijk in dit type skeletpathologie. In deze pathologieën kunnen genen die coderen voor verschillende soorten collageen (COL9A1, COL9A2, COL9A3, COMP, MATN3, COL2A1, COL11A1 en COL11A2), proteoglycanen zoals perlecan en aggrecan, maar ook hormoonreceptoren zoals parathyroïd hormoonreceptor 1 (PTHR1) en receptoren voor groeifactoren zoals fibroblast groeifactor receptor 3 (FGFR3) aangetast zijn. In deze studie analyseerden we de pathogene variant c.2083C>T in het ITGA10-gen geanalyseerd. Dit gen codeert voor een eiwit dat behoort tot de integrinefamilie en zich op het oppervlak van cellen bevindt. Dit eiwit medieert de binding van cellen aan de extracellulaire matrix en kan, naast een structurele functie, betrokken zijn bij celsignaleringsprocessen. In het onderzoek van Kyöstilä et al. werd waargenomen dat de c.2083C>T of p.Arg695* mutatie een niet-functioneel afgekapt eiwit produceert.

De meest getroffen rassen

  • Noorse eland jager
  • Karelische berghond

Bibliografie

Weet je nog steeds niet wat de ware aard van je hond is?

Onthul de geheimen van het DNA van je huisdier met onze twee series.

starter

Rassen + Fysieke eigenschappen

advanced

Gezondheid + Rassen + Fysieke eigenschappen

Ontvang 10% korting bij aankoop van twee of meer kits uit dezelfde reeks.
Kopen